In de Tweede Wereldoorlog werkte aan de Grote Kerkstraat de redactie van de Nieuwe Venlosche Courant. Het blad had een duidelijke katholieke signatuur. Na de Duitse inval kreeg de redactie te maken met censuur en werd de krant gaandeweg een instrument in handen van de bezetter. De krant was voor de nationaalsocialisten een belangrijk medium om hun gedachtengoed te verspreiden en allerlei verordeningen bekend te maken. Menig journalist kwam hierdoor in gewetensnood. Het hoofdgebouw van de krant, die na de oorlog Dagblad voor Noord-Limburg heette, doet sinds 2025 dienst als wooncomplex.
Sinds de jaren twintig van de vorige eeuw zaten de drukkerij en redactie van de Nieuwe Venlosche Courant aan de Grote Kerkstraat. De krant had een uitgesproken katholiek karakter, iets dat zelfs zwart op wit in de statuten stond. Het doel: het geloof versterken en bijdragen aan het verspreiden van 'goede zeden'. De redactie voerde een consequente strijd tegen het socialisme en bolsjewisme, en vanaf de jaren dertig kwam daar ook het nationaalsocialisme bij. Toch bleef een duidelijke oproep tot verzet uit. In eerste instantie stelde de krant dat de NSB weliswaar wat goede punten had, maar dat katholieke organisaties veel beter aansloten bij de idealen van de krant. Die houding veranderde begin 1934 radicaal. Toen namen de Nederlandse bisschoppen in een Vastenbrief stevig afstand van de NSB, en volgde de redactie die lijn volledig. Vanaf dat moment werd het gedachtegoed van de NSB nadrukkelijk afgewezen.
Na de Duitse inval in mei 1940 kwam aan die kritiek op het nationaalsocialisme een einde. Gedurende het eerste bezettingsjaar kreeg de redactie van de bezetter nog enige speelruimte, maar na de Duitse inval in Rusland op 22 juni 1941 was het met de persvrijheid gedaan. De Duitsers schakelden de Nederlandse pers gelijk en er verschenen in de Nieuwe Venlosche Courant artikelen met een terminologie die parallel liep aan die van de nationaalsocialistische propaganda. De duimschroeven werden steeds verder aangedraaid met richtlijnen en voorschriften voor artikelen en foto’s. De Commissie voor de Perszuivering, die na de oorlog werd ingesteld om de zuivering van de pers te organiseren, stelde zelfs dat tijdens de oorlog kon worden gesproken van een nationaalsocialistisch blad.
Journalisten van de Nieuwe Venlosche Courant voelden tijdens de bezetting al snel dat ze werk moesten doen dat ze eigenlijk niet wilden of hoorden te doen. Velen bleven op hun post, omdat er brood op de plank moest komen en omdat ze ervan uitgingen dat hun plaats anders door Duitsgezinde journalisten zou worden ingenomen. Ook speelde de angst mee dat de krant anders zou worden opgeheven, wat de katholieke zaak niet ten goede zou komen. Het bisdom Roermond nam hetzelfde standpunt in en adviseerde door te blijven werken.
In 1942 overwogen medewerkers van de krant meerdere keren om er zelf de stekker uit te trekken. Toch ging dat plan niet door. Een belangrijke reden was de vrees dat de krant dan definitief zou worden opgeheven en het personeel zonder werk zou achterblijven — met als risico dat ze dan onder dwang in Duitsland tewerkgesteld zouden worden. Toch vertrokken dat jaar wel enkele redacteuren en commissarissen. Wat overbleef, raakte steeds meer in de greep van de bezetter: de redactie werd een instrument van de Duitse machthebbers en de Nieuwe Venlosche Courant verwerd tot propagandakanaal en doorgeefluik voor officiële mededelingen. Op 4 november 1944 kwam daar een eind aan, toen de geallieerden oprukten.
Dat journalisten in gewetensnood kwamen, staat als een paal boven water. Zeker als ze berichten moesten plaatsen met een antikatholieke strekking. Na de oorlog kwam echter het verwijt dat de Venlose redactie zich wel erg goed aan de Duitse richtlijnen had gehouden, bijvoorbeeld waar het ging om de hoeveelheid legerberichten, fotomateriaal en frontkaartjes (korte berichten of ansichtkaarten van soldaten aan het front). De journalisten werd een lijdzame houding verweten. Zelf gingen ze ervan uit dat hun lezers op de hoogte waren van de beperkingen die opgelegd waren en dat ze wisten dat de waarheid vaak anders was.
De lezers wisten inderdaad dat de berichtgeving gekleurd was. Zij lazen het nieuws namelijk niet alleen in de krant, maar luisterden ook stiekem naar Radio Oranje en lazen illegale blaadjes, waarvan het nieuws gretig werd doorgegeven.
Pas op 18 april 1945 verscheen er weer een krant in Venlo: het Dagblad voor Noord-Limburg.
De redactie van de krant was tot 1977 in het oude pand aan de Kerkstraat gevestigd. Dat werd toen afgebroken en vervangen door een nieuwbouwpand van vijf verdiepingen. De titel van de krant veranderde na een fusie in 1996 in Dagblad De Limburger.



















