Kapelanie Martinusparochie

Grote Kerkstraat 34, 5911 CH Venlo

Kapelaans van de Sint-Martinuskerk speelden in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol bij de hulp aan onderduikers. Op initiatief van de kapelaans Jac Naus en Grad van Enckevort ontstond een onderduikorganisatie, die zich later aansloot bij een landelijke organisatie. Naus gaf de aanzet daartoe door in het voorjaar van 1943 vergaderingen te organiseren in de kapelanie aan de Grote Kerkstraat 34 en in de parochiezaal op nummer 38. Naus en zijn collega-kapelaan Johan Meulendijks werden door de Duitsers gearresteerd en overleefden de oorlog niet.


Een oproep van de Nederlandse bisschoppen, die op 16 mei 1943 in alle kerken werd voorgelezen, zorgde ervoor dat nog diezelfde maand meerdere mannen zich in het geheim verzamelden in de kapelanie van de Sint-Martinuskerk. De bijeenkomst was georganiseerd door de kapelaans Jac Naus en Grad van Enckevort. De jonge geestelijken wilden de woorden van de bisschoppen, die stevig stelling hadden genomen ten aanzien van de arbeidsdeportatie naar Duitsland, in daden omzetten. De kapelaans werden in hun “illegale” werk gesteund door hun deken, Jules van Oppen, en door secretaris Leo Moonen van het bisdom Roermond, die zich ontpopte als de geestelijke vader van het Limburgse verzet.

Op een eerste oriënterend gesprek volgde een grotere vergadering in de naastgelegen parochiezaal. Daar waren ambtenaren van gemeentehuizen en van distributie- en voedselbureaus uit de omgeving van Venlo aanwezig, net als bestuurders van de Jonge Boeren en Tuinders en van de Jonge Middenstand. Ook verschenen er leiders van de Jonge Werkman en de Katholieke Actie. Op de agenda stond de hulp aan potentiële dwangarbeiders voor Duitsland. Er waren vijftig tot zeventig personen aanwezig.

Het initiatief groeide snel en onder leiding van onderwijzer Jan Hendrikx (verzetsnaam Ambrosius) ontstond een organisatie op basis van de parochiale structuur. Hendrikx zorgde in het najaar van 1943 voor de integratie van de Venlose groep in een groot landelijk netwerk. In deze Landelijke Organisatie (L.O.) voor hulp aan onderduikers ging hij zelf een belangrijke rol spelen. Kapelaan Naus ging zich hierna onder meer bezighouden met de financiën.

De kapelaans speelden een belangrijke rol in het verzet. Zij konden dat, omdat ze als jonge geestelijken betrokken waren bij het jeugdwerk en veel huisbezoeken aflegden. De geestelijke herders kenden hun parochianen van haver tot gort en wisten precies van wie ze steun konden verwachten. Zij beschikten over een betrouwbaar en fijnmazig netwerk, zowel in hun parochies als daarbuiten. Bovendien hadden zij geen eigen gezin dat door hun “illegale” activiteiten gevaar zou lopen. Daar kwam nog bij dat veel Noord-Limburgse geestelijken al vanaf het begin van de oorlog ervaring hadden opgedaan met onderduikers door hulp te bieden aan uit Duitsland ontsnapte krijgsgevangenen en neergeschoten geallieerde vliegtuigbemanningen. Duizenden onderduikers werden op veilige plekken ondergebracht dankzij het netwerk van helpers dat kapelaan Naus en de zijnen hadden opgezet.

In augustus 1943 moesten Naus en Van Enckevort zelf onderduiken omdat hun betrokkenheid bij het verzet bekend was geworden bij de Duitsers. Vanuit hun schuiladressen bleven zij echter actief in het verzet. Zij bezochten onderduikadressen en onderhielden de contacten. Een verraden vergadering in Weert werd kapelaan Naus en andere verzetsmensen op 21 juni 1944 fataal. Acht illegale werkers werden hier gearresteerd door de Sicherheitsdienst en via kamp Vught belandden ze uiteindelijk in het concentratiekamp Sachsenhausen. De gehele Limburgse leiding van de L.O. was daarmee in één keer opgerold.

Jac Naus en Johan Meulendijks overleefden de oorlog niet. Dat gold ook voor de deken van de Martinuskerk Jules van Oppen, die actie voerde tegen immorele Duitse propagandafilms. Van Oppen werd daarvoor al in juni 1942 voor het eerst door de Duitsers opgepakt. Nadat hij enkele maanden later opnieuw voor hetzelfde feit werd gearresteerd, belandde hij in Kamp Vught, waar hij in februari 1943 overleed. De genoemde kapelaans en de deken zijn drie voorbeelden van meerdere Limburgse geestelijken die hun verzet tegen het nationaalsocialisme met de dood moesten bekopen.

Placeholder for Venlopartners 300725 erfgoedroute 01Venlopartners 300725 erfgoedroute 01

Je raakt niet uitgekeken in Venlo

Erfgoud

Middeleeuws dubbelhuis

Gasthuisstraat 13-15

Placeholder for Gasthuisstraat 13 15 030821 02Gasthuisstraat 13 15 030821 02
Erfgoud

Sint Martinusbasiliek

Grote Kerkstraat

Placeholder for St Martinusbasiliek 100322 09St Martinusbasiliek 100322 09
Erfgoud

St. Jacobskapel

Maasschriksel 56

Placeholder for St Jacobskapel 100322 01St Jacobskapel 100322 01
Locatie

Verdedigingswerken | Tegelpoort

Placeholder for ERFGOUD Verdedigingswerk hoofdfoto roermondsepoort ingangERFGOUD Verdedigingswerk hoofdfoto roermondsepoort ingang
Locatie

Verdedigingswerken | Helpoort

Placeholder for ERFGOUD Verdedigingswerk hoofdfoto Helpoort GeldersepoortERFGOUD Verdedigingswerk hoofdfoto Helpoort Geldersepoort
Erfgoud

De Coöperatie

Kerkstraat 31-39

Placeholder for Venlopartners 010524 Keramiekroute 07Venlopartners 010524 Keramiekroute 07