In het hoekpand op Wilhelminastraat 16 was tijdens de Tweede Wereldoorlog het partijhuis gevestigd van de plaatselijke afdeling van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Het pand kende meerdere kantoorruimtes, terwijl de suite en parterre dienstdeden als feest- en vergaderzaal. De Duitse kolonie werd hier met raad en daad bijgestaan en er vonden keuringen plaats voor onder andere de paramilitare Duitse organisatie Waffen-SS. Het Deutsche Haus was vanaf september 1944 de werkplek van de beruchte NSDAP-er Obergefolgschaftsführer Helmuth Temmler, die van hieruit plunderingen en klopjachten organiseerde.
Voor de Duitse inval op 10 mei 1940 woonden er al flinke groepen Duitsers in Venlo. Sommigen leefden hier al generaties lang, anderen waren in de jaren dertig gevlucht voor het naziregime. Ook verbleef in de stad de top van de optische instrumentenfabriek Nedinsco — een camouflagebedrijf van Carl Zeiss uit Jena, dat in werkelijkheid militaire optische instrumenten produceerde en exporteerde voor Duitsland. De Duitse inwoners van Venlo vormden aldus een gemêleerd gezelschap dat het allesbehalve eens was over wat er politiek gezien in Duitsland speelde.
Venlo kende als grensstad een relatief grote Duitse kolonie. Een deel van hen werkte bij Nedinsco of bij de Duitse post en de spoorwegen. Veel Venlose Duitsers waren in de stad geïntegreerd, maar velen hielden ook vast aan de cultuur van hun herkomstland. Dat gebeurde via allerlei verenigingen, culturele avonden en door hun kinderen de Duitse school te laten bezoeken in de huidige Julianastraat.
Na 1933 kregen ook de Duitse verenigingen in Venlo te maken met de nieuwe politieke wind die uit het oosten waaide. De door de bezetter verplichte gelijkschakeling zorgde ervoor dat verenigingen en andere organisaties ondergeschikt werden aan de NSDAP en de bijbehorende nationaalsocialistische ideologie.
De Duitse gemeenschap in Venlo kwam begin jaren dertig doorgaans bijeen aan de Parade in Hotel de la Poste, dat bekend stond als het Deutsche Haus. Na de Duitse inval in Nederland werd op 7 oktober 1940 een nieuw onderkomen geopend aan Wilhelminastraat 16. Dat nieuwe Deutsche Haus kwam volledig in Duitse handen en was geen onderdeel meer van een horecazaak. Het huis was in 1924 en 1925 gebouwd door de stoombootondernemer Henri Janssen, die het statige pand oorspronkelijk gebruikte als kantoor-woonhuis.
Het nieuwe Deutsche Haus aan de Wilhelminastraat werd het onderkomen van de Ortsgruppe Venlo van de NSDAP, de enige toegelaten politieke partij. Verder bood het onderdak aan het Deutsche Arbeitsfront, de nationaalsocialistische Volkswohlfahrt, de nationaalsocialistische Frauenschaft en de Hitlerjugend. Partij- en volksgenoten werden er met raad en daad bijgestaan. Het huis deed dienst als consulaat en er werd ontwikkeling en ontspanning geboden in allerlei vormen. Dat gebeurde meestal in de suite en parterre, die dienstdeden als feest- en vergaderzaal. Verder vonden er geregeld keuringen plaats van vrijwilligers voor de Waffen SS of de Landstorm. In advertenties werden daarvoor “flinke kerels” gevraagd die wilden helpen bij het bestrijden van het bolsjewisme.
In het Deutsche Haus zetelde vanaf eind augustus 1944 de beruchte Obergefolgschaftsführer Helmuth Temmler, die van hieruit plunderingen organiseerde en klopjachten op mannen die zich voor de arbeidsinzet schuilhielden. De Venlose burgemeester Jo Zanders diende zich iedere morgen te melden bij deze fanatieke NSDAP-er.
Na de bevrijding, in mei 1945, werden er opnieuw oorlogsvrijwilligers opgeroepen zich in het inmiddels voormalige Deutsche Haus te melden. Ditmaal om de geallieerden te ondersteunen. Die vroegen onder meer hulp van chauffeurs, ziekenverplegers, timmerlieden en koks in de laatste fase van de oorlog.
Deutsche Häuser waren er overigens in meerdere Nederlandse steden. Dichtbij bijvoorbeeld in Roermond, Hoensbroek en Eygelshoven en verder weg in plaatsen als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Den Bosch en Leeuwarden.
De Wilhelminatraat, waaraan in Venlo het Deutsche Haus lag, werd tijdens de bezetting overigens omgedoopt in Egmondstraat, om elke herinnering aan het Koninklijk Huis uit te wissen.












